Groen licht voor levenslang inreisverbod terroristen
Minister Van Bossuyt voert de mogelijkheid in om een levenslang inreisverbod op te leggen aan veroordeelde terroristen, potentieel gewelddadige extremisten en haatpredikers die illegaal op ons grondgebied verblijven. Dat kondigt minister van Asiel en Migratie Anneleen Van Bossuyt vandaag aan. “De deur gaat definitief op slot voor wie radicaliseert of terreur ondersteunt.” Vandaag kan er slechts een inreisverbod worden opgelegd voor een beperkt aantal jaren.
De beslissing zal worden toegepast op profielen op basis van een analyse door het OCAD (Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse). Er is dus steeds een objectieve inschatting van het veiligheidsrisico. Wanneer iemand een inreisverbod krijgt, betekent dit dat de persoon geseind en geregistreerd wordt in het Schengeninformatiesysteem (SIS) en de nationale politiedatabank (ANG). Tijdens de duur van het verbod mag hij of zij het Schengengebied en België niet binnenkomen. De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) mag ook hun visumaanvragen of verblijfsaanvragen weigeren.
Naast deze belangrijke beleidswijziging kondigt de minister ook aan dat het aantal teruggestuurde gedetineerden in illegaal verblijf de afgelopen maanden sterk is gestegen: 1.300 uitwijzingen tot en met oktober in 2025, ten opzichte van 1.035 in dezelfde periode in 2024, een stijging van 25%.
Die positieve trend moet zich de komende jaren verderzetten dankzij de uitbreiding van het aantal plaatsen in gesloten centra, de aanwerving van extra escorteurs voor terugkeer en de afsluiting van meer en betere terugnameakkoorden met landen van herkomst, met een maximale inzet op het ‘voor-wat-hoort-wat’-principe.
“Wie criminele feiten pleegt of een gevaar vormt voor onze samenleving, moet het land verlaten,” zegt Van Bossuyt. “Door meer in te zetten op terugkeer vanuit detentie beschermen we niet alleen onze samenleving, maar geven we ook meer ademruimte aan ons overbelaste gevangenissysteem. Mensen die hier geen recht op verblijf hebben en op de koop toe misdaden plegen, blijven zo niet langer onnodig in onze cellen zitten.”